Een grote hoeveelheid mensen die in een winkelstraat lopen. De foto is genomen in tegenlicht.

Beeld: istockphoto.com/jjayo

Inter­sekse­fobie

Interseksefobie wordt gekenmerkt door een afwijzende houding en negatieve gevoelens ten opzichte van intersekse en intersekse mensen. Interseksefobie uit zich als minachting, vooringenomenheid, afkeer, haat of antipathie. Dit kan leiden tot interseksediscriminatie: het uitsluiten, beledigen, of anders behandelen van intersekse mensen. In dit artikel worden voorbeelden gegeven van interseksefobie en interseksediscriminatie.

Separator: start positie

Discriminatie

Veel mensen durven niet aan andere mensen te vertellen dat zij een intersekseconditie hebben (Cull 2010). Dat lang werd aangenomen dat geheimhouding zou beschermen tegen afwijzing en discriminatie (Van Heesch 2015; van Lisdonk 2017) is een van de redenen. Maar ook het gebrek aan acceptatie door  de maatschappij is een belangrijke reden.

Soms komt de tegenwerking uit onverwachte hoek. Sommige vrouwen die zich feministe noemen hanteren voor vrouw een definitie die geen ruimte laat voor intersekse. 1Trans-exclusionary radical feminist (Terfs, ook wel Farts genoemd – feminism-appropriating reactionary transphobes) vinden dat chromosomen bepalend zijn voor iemands sekse, dus XX-chromosomen is vrouw en XY-chromosomen is man (AISSG.org 1999a; AISSG.org 1999b; Aragón 2006; Greer 2009).  Maar de meeste feministen zien intersekse juist als het bewijs dat net als gender, ook sekse een sociale constructie is (Kitzinger 1999). Ook steun kan uit onverwachte hoe komen. In de Nashville Verklaring2De Nashville Verklaring is de Nederlandse vertaling van een controversieel document dat afkomstig is van een conservatief christelijke organisatie in de Verenigde Staten. De Nederlandse vertaling is door meer dan 100, veelal gereformeerde, dominees ondertekent. Na ophef in de media hebben de Nederlandse initiatiefnemers hun versie teruggetrokken omdat deze ‘niet begrepen’ zou zijn. wordt lhbt veroordeeld, maar intersekse juist niet.3Terwijl lhbt-personen door een deel van de maatschappij nog steeds gezien worden als abnormaal (ziek) en immoreel (zondig), wordt intersekse alleen gezien als abnormaal. Door het ontbreken van het vermeende immorele aspect, is het voor westerse intersekseorganisaties ook mogelijk orthodox-religieuze groepen als bondgenoot te krijgen. Wel zien orthodox-religieuze groepen intersekse als een behandelbare ziekte: in die visie passen intersekse mensen na de medische behandeling in de bijbelse man/vrouw-dichotomie. In beide gevallen worden intersekse mensen gebruikt als een instrument om de maatschappijvisie van deze groepen te rechtvaardigen. Deze instrumentalisatie is een kenmerk van objectificatie (Nussbaum 1995).

Als het anderen uitkomt worden intersekse personen geobjectificeerd, gesensationaliseerd, geseksualiseerd, en gestigmatiseerd. Intersekse mensen internaliseren dit en door een gebrek aan autonomie ‘kiezen’ zij voor geheimhouding.

Dat blijkt bijvoorbeeld uit koppen die soms boven artikelen in tijdschriften en magazines staan – artikelen die vaak weldoordacht zijn en een genuanceerd empathisch beeld van intersekse schetsen. Titels als ‘Ik had eigenlijk geen meisje moeten zijn’ (Van der Weide 2013), ‘Van buiten een vrouw, maar van binnen niet’ (Ligtenberg 2011), ‘Vrouwelijk van buiten, onzijdig van binnen’ (De Corte 2010), en ‘Het verhaal van Eef, half man, half vrouw’ (Claeys 2009) zijn medisch, biologisch en sociaal-cultureel onjuist, maar doen boven alles onrecht aan de geïnterviewde vrouwen. Iemand die compleet ongevoelig is voor androgenen had niet ‘eigenlijk’ een jongen moeten zijn, net zo min als een nacht ‘eigenlijk’ een dag had moeten zijn. Juist zoiets als het geslacht kent geen ‘eigenlijk’.

Ook de ervaringen die sportsters recent nog hebben meegemaakt, geven weinig reden tot optimisme. Vooral bij de combinatie van afgunst en geheim is het vernislaagje uitermate dun. Voorbeelden daarvan uit de atletiekwereld zijn de gebeurtenissen rondom Santhi Soundarajan in 2006 (Bhowmick 2009), Caster Semenya in 2009 (Wiesemann 2009; Buzuvis 2010), vier onbekende atletes die in 2013 door aan de IAAF gelieerde artsen gedwongen werden een medisch behandeling te ondergaan (de Visser 2013; Fenichel 2013). en Dutee Chand in 2014 (Karkazis 2014).

College voor de Rechten van de Mens

Klachten over discriminatie worden meestal behandeld door het College voor de Rechten van de Mens (verder ‘het College’). Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen een misstand melden en een oordeel vragen. Alleen als een oordeel gevraagd wordt zal de klacht worden behandeld in een openbare zitting.4Het melden van een misstand of het vragen van een oordeel begint met het invullen van een formulier op de Website van het College: https://klachtenformulier.mensenrechten.nl/

In juli 2014 deed het College voor het eerst een uitspraak in een procedure die was aangespannen door een intersekse persoon. Hoewel de zaak werd gewonnen door de  tegenpartij, was de uitspraak toch van belang voor intersekse mensen. Dat komt doordat het College, ver voordat dit in de Algemene wet gelijke behandeling (Awgb) werd vastgelegd, bepaalde dat intersekse onder ‘geslacht’ valt en dus dezelfde bescherming moet hebben.5Lees een samenvatting van het oordeel op de website van het College: https://mensenrechten.nl/nl/oordeel/2014-78

Separator: start positie

Moderne interseksefobie

Het is niet moeilijk om op het internet voorbeelden te vinden van mensen die zich in de meest directe vorm uitspreken tegen intersekse. Het ontstaan van intersekse mensen wordt bijvoorbeeld ontkent of er wordt gezegd dat het geslacht van mensen altijd bepaald wordt door de chromosomen: xx = vrouw, xy = man. Dit wordt klasieke interseksefobie genoemd. Uit onderzoek naar racisme en homofobie blijkt dat veel mensen die zich er op laten voorstaan totaal niet racistisch of homofoob te zijn, toch racistische of homofobe opmerkingen kunnen maken als ze snel, en dus zonder nadenken, op een situatie moeten reageren. Pas als zij de tijd hebben gekregen om even na te denken, realiseren zij zicht dat een opmerking ongepast is, of dat ze iemand onbewust anders behandeld hebben.

Wat bij de koppen van de artikelen en bij de atletes is gebeurd, is een vorm van interseksefobie die je tegenkomt bij mensen die oprecht de bedoeling hebben zich zonder vooroordelen te gedragen, maar waarvan het gedrag op subtiele wijze toch beïnvloed wordt door hun negatieve gevoelens en houding ten opzichte van intersekse. In analogie met de term ‘moderne homofobie’6Het idee achter ‘moderne interseksefobie’ is net als het idee achter ‘moderne homofobie’ gebaseerd op aversief racisme zoals beschreven in het boek The aversive form of racism van Samuel Gartner en John Dovidio uit 1968. De term ‘moderne homofobie’ wordt tegenwoordig nauwelijks nog gebruikt, hoewel het verschijnsel nog steeds actueel is. Soms wordt ook gesproken over ‘subtiele homofobie’. Hoewel het concept van aversief racisme is ontwikkeld ter verklaring van raciale attitudes en gedragingen, kan het idee van het aversieve vooroordeel ook bruikbaar zijn om inzicht te verwerven in de aard van vooroordelen tegen seksuele minderheden (Crocker 2005). Hoewel intersekse mensen geen seksuele minderheid vormen in de betekenis van seksuele voorkeur, liggen de stigma’s waar beide groepen mee te maken hebben dusdanig dicht bij elkaar dat het niet onaannemelijk is dat moderne interfobie bestaat. De eerder gegeven voorbeelden lijken dit te bevestigen. of moderne homonegativiteit (van Wijk 2005) kan gesproken worden over moderne interfobie. Deze moderne vormen zijn moeilijker empirisch vast te stellen dan de klassieke vormen, maar dat betekent niet dat ze geen negatieve gevolgen hebben voor de betrokkenen. (Sandfort 2005)

Als mensen die rationeel uitstekend begrijpen dat ‘anders zijn’ geen reden mag zijn om iemand anders te behandelen, dat toch doen, kan sprake zijn van automatische stereotypering (Crocker 2005). Daarmee wordt bedoelt dat stereotypen gehanteerd worden die niet bewust onderschreven worden. De stereotypering bij intersekse is zichtbaar in de koppen van de eerdergenoemde tijdschriftartikelen en in de behandeling van de atletes: onbewust wordt verondersteld dat de geïnterviewde vrouwen eigenlijk mannen zijn. Dat geldt ook voor de normaliserende medische behandeling van intersekse mensen: onbewust wordt aangenomen dat een lichaam dat niet past binnen de normatieve sociale constructie van man of vrouw inferieur is.

Daarmee worden intersekse mensen geraakt op een gevoelige plek. Bij onderzoek onder intersekse vrouwen blijkt een lage zekerheid omtrent het geslacht en de vrouwelijke identiteit te bestaan (Schweizer 2009; Bean 2009; Holt 2003).

Door hun vaak lange medische geschiedenis zijn intersekse mensen zich meestal goed bewust van hun stigma’s. De geheimhouding naar anderen en het opletten dat het geheim niet per ongeluk toch uitkomt, levert veel stress op.

Intersekse­fobie in de praktijk

Omdat intersekse mensen nauwelijks zichtbaar zijn in de maatschappij, is interseksefobie ook nauwelijks zichtbaar. Discriminerende opmerkingen worden vooral gemaakt als intersekse in het nieuws komt. Interseksefobie is ook zichtbaar in niet geslaagde ‘grappen’ over vrouwen die te mannelijk worden geacht en mannen die volgens anderen een te kleine penis hebben. Maar ook bij organisaties waarvan meer wijsheid zou mogen verwachten kan het verkeerd gaan. Zo publiceerde PETA op 1 april 2005 een persbericht waarin stond dat wetenschappers van de ‘Diminutive Male Genitalia Disorder Research Organization’ de genetische link tussen oorzaak van kleine penissen en de jacht hadden ontdekt. Van recentere datum zijn de opmerkingen over de vermeende geringe lengte van de penis van Donald Trump. Ook in tekeningen en zelfs beelden wordt de Amerikaanse president afgebeeld met een micropenis.

Medische interseksefobie

De meest besproken vorm van interseksefobie is de wens van ouders om een intersekse kind met operaties te ‘normaliseren’. De Verenigde Naties, de Raad van Europa, en het Europees Parlement hebben bewijs verzameld dat ook in Nederland nog steeds cosmetische operaties en andere behandelingen worden uitgevoerd op intersekse kinderen die daar zelf geen toestemming voor hebben gegeven. Dat voor trans kinderen andere regels gelden dan voor intersekse kinderen, terwijl zowel het doel als de techniek van de medische behandeling niet verschilt, is een ernstige mensenrechtenschending die zelden onderzocht en nog minder vaak vervolgd wordt (Zeid 2015a; Zeid 2015b).

Derde geslacht

In 2013 werd in Duitsland nieuwe wetgeving voor intersekse kinderen ingevoerd. De wet was voor intersekse kinderen verre van ideaal omdat het onder de nieuwe wet voor intersekse kinderen verplicht was de geslachtsregistratie open te laten. De Duitse regering had duidelijk aangegeven dat er geen sprake was van een ‘derde geslacht, maar desondanks claimden trans personen dat hiermee een ‘derde geslacht’werd geregistreerd. Als gevolg daarvan gingen de meeste nieuwsberichten meer over trans dan over intersekse.

Deze poll werd gevoerd naar aanleiding van het bericht dat in Duitsland het geslacht van kinderen die geboren worden met ambigue genitaliën niet meer worden vastgelegd (Gazet van Antwerpen 2013)

De Gazet van Antwerpen publiceerde een poll waarin lezers konden aangeven hoe zij over een derde geslacht dachten. (Gazet van Antwerpen 2013) Hoewel volgens de Duitse overheid geen sprake was van een ‘derde geslacht’, was dit toch de teneur van de artikelen in veel kranten. Dagblad de Morgen had een soortgelijke poll. Daar koos 31% ja, 55% nee en 14% geen mening (n=4629) (De Morgen 2013). Bij de poll van De Morgen reageerden diverse lezers met flauwe grappen.

Inmiddels is de verplichting om de geslachtsregistratie van  intersekse kinderen open te laten uit de Duitse wet verwijderd.7Wel kunnen intersekse volwassenen, net als in Nederland, er voor kiezen de geslachtsregistratie in te stellen op ‘niet kunnen worden vastgesteld’.

Kanniewaarzijn

Kanniewaarzijn, het satirische consumentenprogramma van de VARA, besteedde in september 2013 aandacht aan een bericht dat drie maanden eerder in het AD stond (Vara 2013). Het bericht ging over uniseks-wc’s in Berlijn, maar dat was niet grappig, dus werden het in Kanniewaarzijn interseks-wc’s (sic).

Astrid Joosten: “Berlijn verbaast zich over de komst van interseks-wc’s. Ja, het gaat om het plan om in de Berlijnse wijk Kreuzberg aparte wc’s te laten installeren voor mensen die twijfelen over hun geslacht. Dus naast bordjes met dames en heren, komen er dan ook wc’s voor interseks-burgers. Het icoontje moet nog worden ontworpen.”
Vrouw: “Wat zet je nou voor een icoontje op een interseks-toilet. Dat is nog best lastig. Dus één poppetje, waar iets mannelijks én iets vrouwelijks vanuit moet gaan.”
Man: “wat dacht je van een mannetje met een gat in zijn hand?”
Vrouw: “Denk nou even serieus mee, man.”
Man: “Nou, je weet diep van binnen toch wel of je een man of een vrouw bent?”
Vrouw: “Nou, sommige mensen niet, die twijfelen!”
Man: “Nou, dan heb ik een ezelsbruggetje. Als je naar de WC gaat om je neus te poederen, dan ben je een wijf en als je moet schijten dan ben je een vent! “ “En als je er moeilijk over gaat doen, dan ben je een zeikerd!”

Caster Semanya

De Zuid-Afrikaanse 800-meterloopster Caster Semenya strijd al zo’n tien jaar tegen de discriinatie die zij ondervindt in de sport. Medisch is al vastgesteld dat zij een vrouw is. Maar haar natuurlijke testosteronniveau is hoger dan bij veel andere vrouwen. Dit wordt als oneerlijk beschouwd door de internationale atletiek federatie IAAF, maar wetenschappelijk is er geen bewijs dat een hoog testosteronniveau de basis is voor goede sportprestaties. Vooral in het begin werd Semenya in cartoons vaak afgebeeld als een man. De laatste jaren staan steeds meer mensen aan haar kant. Topsport heeft per definitie geen ‘gelijk speelveld’ en iedere topsporter heeft op de een of andere wijze een genetisch voordeel.

Interseksefobie in de praktijk

Separator: start positie

Geïnter­naliseerde intersekse­fobie

Stigma werd in 1963 door Goffman gedefinieerd als teken of lichaamskenmerk “designed to expose something unusual and bad about the moral status of the signifier” (Goffman 1963). Dat teken is bij Goffman een sociale constructie en kan evengoed een karakteristiek zijn of het deel uitmaken van een groep. Stigma, volgens Goffman, is een ongewenst anderszijn dat de sterk bijdraagt aan het diskrediet van de persoon die het stigma heeft. Herek definieert stigma als de negatieve achting en inferieure status die de samenleving collectief verleent aan mensen die beschikken over een bijzonder kenmerk of behoren tot een bepaalde groep of categorie (Herek 2009a). Hieruit volgt dat stigma bestaat bij de gratie van wat de samenleving als goed waardeert (of juist niet) en hoe deze waarden veranderlijk zijn (Herek 2009a). Een stigma kan geïnternaliseerd worden door het zelf-concept in overeenstemming te brengen met de stigmatiserende reacties van de samenleving (Herek 2009b). In andere woorden: het is mogelijk dat een minderheid de vooroordelen van de samenleving overneemt en zo zichzelf stigmatiseert. Herek gebruikt hiervoor het woord zelf-stigma. Intersekse mensen kunnen op die manier interfoob gedrag vertonen. Deze geïnternaliseerde interfobie maakt het uitermate moeilijk om met anderen te delen dat je een intersekseconditie hebt.11De discussie over de vraag of het DSD is of intersekse gaat in sommige gevallen zover dat voor en tegenstanders niet met elkaar willen praten. Dit is zeker als een teken van geïnternaliseerde interfobie te beschouwen. Maar ook de angst die soms onder mensen leeft om geassocieerd te worden met een andere diagnose is een teken van interfobie.

Hoewel daar geen onderzoek naar gedaan is, zou geïnternaliseerde interfobie voor openheid wel eens een belangrijker obstakel kunnen zijn dan de eerder beschreven moderne interfobie.

Wel of niet vertellen?

Ja, wel vertellen. Mensen die dat gedaan hebben zeggen dat het heel goed is voor jezelf. Maar ze zeggen ook dat ze zelf kiezen wat ze iemand wel vertellen en wat niet.12In de korte documentaire Vrouwen met AOS vertellen vier vrouwen over hun ervaringen. Bij hun coming-out vertellen vrouwen bijvoorbeeld eerst dat zij geen kinderen kunnen krijgen. Verdere informatie, bijvoorbeeld over het niet hebben van een baarmoeder, en de aanwezigheid van XY-chromosomen en testes, wordt alleen met familie en beste vrienden gedeeld, of wordt helemaal niet gedeeld.

Separator: start positie

Referenties

Separator: start positie

Beeld: istockphoto.com/aquatarkus