Geen interseksueel?

Nee.  In plaats daarvan kun je het hebben over een intersekse persoon; met een spatie die aangeeft dat intersekse een attributief bijvoegelijk naamwoord is – net als rood haar, Utrechtse kanalen, en lange benen.1In de zin ‘Ik ben intersekse’ is intersekse een predicatief bijvoeglijk naamwoord.

Het woord intersekse is geen zelfstandig naamwoord. Dus iemand een intersekse noemen, is onjuist. Is iemand die zijn been gebroken heeft een ‘brekebeen’? Is iemand die kanker heeft een ‘kankeraar’? In de medische wereld is het erg onbeschaafd om iemand naar een diagnose te noemen.  Om die reden is ook het woord interseksueel niet bruikbaar. Bovendien is intersekse geen vorm van seksualiteit. Het is ook geen seksuele oriëntatie en ook geen genderidentiteit. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat intersekse personen geen seksuele oriëntatie en genderidentiteit hebben – we verschillen daarin niet van andere mensen. Misschien dat je onder intersekse mensen wat meer homo’s, lesbo’s en bi’s tegenkomt of dat er meer vragen worden gesteld wat het man-zijn of vrouw-zijn voor je betekent. Maar dat is niets om je voor te schamen, toch?